slufterhufters.com
Berichten: 6021
|
Als je naar de laatste toespraak luistert van Mohammed B. dan wordt alles duidelijk. Hij legt het haarfijn uit over het hoe en wat, en als je dan nog blind en doof voor de realiteit blijft dan is er geen hoop meer voor ons land.
Mohammed B. zou zich aanvankelijk beroepen op zijn zwijgrecht, maar op de laatste dag van zijn proces nam hij toch nog het woord. Hieronder zijn verklaring voor de rechtbank in Amsterdam.
Voorzitter Bentinck van de strafkamer: "En dan geef ik het woord aan u."
Mohammed B.: "Wauw."
Bentinck: "Wat zegt u?"
Mohammed B.: "Ik heb gezegd 'wauw'. U heeft het mooi geschreven.
Mag ik wat zeggen? U stelt mij in de gelegenheid om wat te zeggen en u gaat mij niet onderbreken. Ik mag mij ook kritisch uiten hier."
Bentinck: "Ja, het is uw laatste woord. U mag zeggen wat u wil."
Mohammed B.: (In Arabisch, door tolk vertaald:) "Ik wil god bedanken en vraag de hulp van god bij wat ik verder ga zeggen. Er is geen god dan Allah en Mohammed is zijn profeet.
(In Nederlands:) Ik heb lang nagedacht of ik al dan niet hier wat zou zeggen. Maar voor ik verder ga, u hebt verwezen naar de verdediging. Ik neem aan dat u heeft gewezen naar de heren achter mij, meneer Plasman en meneer Sarikaya. En ik denk en ik vind dat ze het niet verdienen dat u ze zo door het slijk haalt.
Ondanks dat deze heren weten dat ik inderdaad hun ongeloof haat, met hart en ziel, geloof ik toch dat zij hun werk doen naar overtuiging. En in die acht of negen maanden zijn zij één van de weinige mensen waarvan ik geloof dat ze datgene wat ze doen uit overtuiging doen en dat kun je van veel mensen niet zeggen.
De reden waarom ik nu wat wil zeggen en waarom ik hier wat zeg, dat is niet omdat ik me verplicht voel aan het hof om wat te zeggen. De enige persoon, denk ik, aan wie ik het ben verplicht dat is mevrouw Van Gogh.
Ik zal u eerlijk bekennen, dat ik niet met u meevoel. Ik voel uw pijn niet, dat kan ik ook niet. Ik weet niet wat het is om een kind te verliezen dat met zoveel pijn en tranen op de wereld is gebracht. Het is omdat ik deels geen vrouw ben. Maar ook deels omdat ik niet mee kan voelen. Omdat ik geloof dat u een ongelovige bent. En u kunt me dat aanrekenen en u mag me dat ook aanrekenen.
En ik weet, de manier waarop ik hier gisteren en vandaag heb gezeten, en mijn houding, dat dat heel confronterend voor u is geweest en voor veel mensen hier. Veel mensen zitten niet alleen tegen de verdachte aan te kijken, maar vechten ook tegen hun emoties.
Wat betreft de aanklacht van u, meneer de officier van justitie, daar kan ik me helemaal in vinden, in grote lijnen. Ik neem de volle verantwoordelijk op mij. En u heeft gekenschetst dat wat mij eventueel zou hebben gedreven om te doen wat ik deed, dat dat puur uit mijn geloof is. En het is inderdaad laf als ik me hier achter de spelregels zou verstoppen door niks te zeggen en de kans te ontlopen om de maximale straf te krijgen. Maar hiermee zeg ik ook wat de zwakte is van deze rechtsgang. Ik erken u niet en wellicht erkent u mijn rechtsgang niet.
Wat ik wel heb begrepen van mevrouw Van Gogh is dat u wat troost kunt vinden in het feit dat de maximumstraf wordt gegeven, heb ik begrepen. En wat betreft uw deskundige meneer Peters (hoogleraar islamitisch recht aan de Universiteit van Amsterdam die door de rechtbank als deskundige is gehoord, red.), die heeft aangegeven dat er inderdaad teksten zijn gevonden die geweld prediken maar dat er ook teksten zijn die vrede prediken. Maar u heeft de vraag niet gesteld aan meneer Peters wanneer er vrede wordt gepredikt en wanneer geweld wordt gepredikt. Dat heeft u nagelaten.
En ik ben niet hier om een politiek statement met een religieus tintje te geven. Wat ik wel wil dat u weet, is dat ik uit overtuiging heb gehandeld en niet omdat ik uw zoon haat omdat hij een Nederlander is of omdat hij mij heeft beledigd als Marokkaan. Ik heb mij nooit belegigd gevoeld.
En ik zeg u, ik ken u zoon niet. Ik kan hem niet verdenken van enige hypocrisie, want hij was niet hypocriet. Dat was hij niet en ik weet dat hij uit overtuiging dingen zei... Dus het hele verhaal van dat ik mij beledigd zou voelen als Marokkaan of omdat hij mij geitenneuker zou hebben genoemd, dat is allemaal niet waar. Ik heb gehandeld uit geloof. En ik heb zelfs aangegeven dat als het mijn vader was geweest of broertje had ik precies hetzelfde gedaan. Dus u kunt mij echt niet verdenken van enige sentimentaliteit.
Maar waar het hof voor staat, die vraag, een maximumstraf. Maar verdachte heeft geen inzicht gegeven in zijn geestestoestand. En ik kan u verzekeren, mocht ik vrijkomen dan zou ik precies hetzelfde doen... precies hetzelfde.
En u denkt misschien dat ik me gevangen voel. Ik voel me helemaal niet gevangen of dat ik word tegengehouden door muren in een hokje. Ik zal u zeggen: ik voel me vrij. En ik ben vrij.
Verder wat betreft uw kritiek. Wellicht dat u met Marokkanen bedoelt de moslims. Ik neem u dat niet kwalijk, want dezelfde wet die mij opdraagt om iedereen die Allah en zijn profeet uitscheldt de kop eraf te hakken, diezelfde wet verplicht mij om mij niet in dit land te vestigen. Of in ieder geval in een land waar het vrije woord, zoals de officier van justitie heeft beschreven, wordt verkondigd.
Ik zeg dit verwijt van u... (dat B. gebruik maakt van de Nederlandse rechtsorde, maar deze tegelijkertijd niet accepteert, red.), dat verwijt van u is rechtsgeldig, mits er een land bestaat waar mensen zoals ik hun toevlucht toe kunnen zoeken. En dat u uw best doet om een man zoals ik tegen te houden, ik neem u dat niet kwalijk want u doet uw werk. Net zo min mag u het mij kwalijk nemen dat ik mijn boodschapjes probeer onder de man te brengen, zoals u het wilt noemen.
En ik denk, die politieagenten, die 2 november ook met mij geconfronteerd waren, dat die het recht hebben om te weten dat ik niet schoot om jullie te ontzien, maar ik schoot om te doden en om gedood te worden.
En u mag al uw om psychologen, al uw psychiaters, al uw deskundigen op me af sturen, maar ik zeg u, u zult het nooit begrijpen. U kunt het niet begrijpen. En ik zeg u, als ik de mogelijkheid had om vrij te komen en ik had de mogelijkheid het nog een keer te doen wat ik op 2 november heb gedaan, dan zeg ik, ik zou het precies hetzelfde hebben gedaan."
Bentinck: "Dat wilde u ons nog zeggen?"
Mohammed B.: "Ik ben hier niet om zielig te doen of om met verwijten te komen. Misschien dat dit wellicht een troost, een klein beetje, kan zijn voor mevrouw van Gogh. Dat is het enige, voor de rest kan het me niet schelen eerlijk gezegd."
|