Zoals al vaker is besproken, starten we nu dit topic met daarin kitesurf termen.
Omdat ik zelf niet uren wil lopen typen, en vandaag wel genoeg achter kitehigh heb gezeten, graag posten!!?
Ik edit daarop deze 1e post, en verwijder reacties(tenzij het vragen zijn) en zet je in het mede-mogelijk-gemaakt-door-lijstje.
Graag zo posten: "Term: betekenis"
We hopen dat dit tot wat minder problemen op het water, enzovoort zorgt.
2:1 setup: Een afstelling van je kiten, vaak bij een bowkite met katrollen op de bar. Hierdoor verdubbeld het sturen en de depower.
4-lijns: Een kite met 4lijnen
5-lijns: Een kite met 5 lijnen, doorgaans voor herstarten van kite gebruikt, en bij een aantal kites ook voor stabiliteit
AanKanten: De rail van je board het water in duwen met je hakken/tenen om de snelheid van je board af te remmen of druk op de lijnen opbouwen voor een sprong
Aspect Ratio: Aspect Ratio is de verhouding tussen de breedte en gemiddelde hoogte van de vlieger. Er worden twee AR-waarden gebruikt: 1. De platte (flat) AR, die gehanteerd wordt voor een plat liggende vlieger. In formulevorm: De breedte in het kwadraat gedeeld door de oppervlakte. 2. De geprojekteerde (projected) AR, die dezelfde verhouding weergeeft, maar dan voor de vlieger in de lucht. Onder invloed van de kromming van de vlieger zal dit een andere waarde opleveren. De formule is dan: geprojekteerde breedte in het kwadraat gedeeld door de geprojekteerde oppervlakte.
Auto-zenith: Als bij het loslaten van de bar de vlieger automatisch naar de zenith toe vliegt (12 uur).
Bakboord: links
Bar: Stuurstok van je kite
Bindings: Een soort hoge schoen om te gebruiken in plaats van footpads en straps. Vergelijkbaar met snowboard/wakeboardbindingen. Niet aan te raden voor beginners, meer voor de echte wakestyle.
Board leash: Een touw tussen je trapeze/enkel en je board.
Let op: "
Gevaarlijk! Gebruik om het board te vangen een integraalhelm in plaats van je hoofd. Of leer upwind bodydraggen, en je bespaart jezelf zware verwondingen."
Bodydraggen: door het water voort gesleept worden door een vlieger.
Bow-kite: Vlakker dan een C-kite, waardoor meer van de totale oppervlakte van de kite effectief gebruikt wordt om power te genereren voordeel is dat deze kitevrijwel al hun kracht verliest als je de bar los laat.
BPR Binnenvaart Politie Reglement: Een soort van verkeerswetgeving op het water. Geldig op alle bevaarbare binnenwateren van Nederland(ook Waddenzee!). Helaas is het kitesurfen volgens dit reglement overal verboden. Op sommige plaatsen is er voor dit verbod door de N.K.V. een ontheffing voor dit verbod gerealiseerd. Alleen hierdoor is het dus mogelijk om op een aantal locaties te mogen kitesurfen. Zie ook N.K.V.
Bridle: Toming van SLE/Bow kite
Chickenbone/donkeydick/pieletje: Het ‘staafje’ die aan je chickenloop zit, deze gaat door de haak van je trapeze, zodat je niet zomaar uithaakt
Chickenloop: De Lus waar je de trapeze in haakt en dus vast zit aan je kite.
Chop: Water met onregelmatige golfslag
Concaaf: Kromming in het board lopend van de ene naar de andere zijkant. Zorgt voor een comfortabelere rit
Depower strap: Lus vlak boven je Bar om je voorste lijnen in te korten, zodat er minder kracht uit je kite komt
Directional: Kiteboard dat het meest op een surfboard lijkt. Deze boards worden gebruikt om mee te wavekiten maar zijn ook leuk voor de dagen met minder wind door het grote volume dat de boards hebben. Hebben een duidelijke voor en achterkant waarbij de achterkant meerdere vormen kan hebben. Kunnen ook niet achteruit worden gevaren. Ook het aantal vinnen verschilt.
Downwind (passeren): Jij vaart t.o.v. de windrichting het meeste met de wind mee: houdt je vlieger laag, zie ook UPWIND(passeren)
Downwind: met de wind mee
Dyneema met dank aan Dmartino
De verbinding tussen jou en je vlieger is enkel een materiaal van minder dan een vierkante millimeter doorsnede. Hoe goed je vlieger ook mag zijn het gevoel gaat uiteindelijk door de vliegerlijn. De vliegerlijn wordt echter vaak onderschat.
De lijn voor kites heeft verschillende aspecten die belangrijk zijn voor de perfecte lijn.
Geen rek, hierdoor staat de kiter direct in verbinding met zijn kite, elke beweging van de kiter resulteert in een beweging in de vlieger.
Dun, ideaal is een oneindig dunne lijn. De lijn is een volume die zich door de lucht heen en weer beweegt, door de lengte kan dit redelijk veel wrijving veroorzaken.
Glad, een kite lijn dient heel erg glad te zijn, dit geeft de kiter de mogelijkheid om zonder slijtage en ellende rotaties te doen.
Om deze aspecten te bereiken blijven er twee soorten materialen over lijnen; Spectra en Dyneema, welke beide nagenoeg dezelfde eigenschappen hebben. Dyneema wordt in NL en Japan geproduceerd door DSM, terwijl Spectra in USA door Honeywell geproduceerd wordt gebruikmakend van licentierechten verstrekt door DSM.
Dyneema is een super sterke polyethylene vezel, deze wordt gefabriceerd doormiddel van en door DSM gepatenteerde “gel spinning”proces. Dit resulteert in een fiber dat 15 maal sterker is dan staal, super light is en bestand is tegen UV licht en chemicaliën.
Epoxy: Is een uitzonderlijk harde en taaie chemische hars. Het heeft superieure eigenschappen op het gebied van hechting en weerstand tegen water, chemicalien etc. Epoxy ontstaat uit een chemische reactie tussen de 2 componenten (hars en harder).
Flex: het buigingsvermogen van een board. Hoe meer flex hoe comfortabeler de rit maar hoe minder aggresief ermee gekite kan worden.
Fliptips: De tips van het board zijn extra omhoog gevouwen, zie het als een extreme rocker in de tips.
Footpad: Het zachte materiaal waar je op staat, meestal van een soort schuimrubber.
Footstrap/voetband: Band die over je voet die ervoor zorgt dat je board net van je voeten valt
Grabhandle: Handvat op je board
Hangtime: De tijdsperiode waarin je na afzet van een sprong tot aan de landing in de lucht hangt.
Heelstrap: Bandje dat je achter je hiel kan haken zodat je board minder snel uitvalt. Niet aan te raden voor beginners, meer voor de echte wakestylers die geen bindings wilen.
Highend: max wind waarin je nog kan varen met een kite of board, verschilt per kite/board
Hoogtelopen: aan de wind varen
HP-leash: Handlepass leash, een leash die het mogelijk maakt te handlepassen, deze leash gaat aan je chickenloop, of safety.
Jellyfishen: Het zenuwachtig op en neer bewegen in de lucht van een vlieger.
Kickers: Schansen die gemaakt zijn voor het wake/kiteboarden. er zijn verschillende type kickers: met pvc ondergrond en vlakke ondergrond. De kickers zijn zo gemaakt dat ze net iets onder water niveau starten zodat elke boarder erop kan komen vanuit het water.
L/D-ratio: L/D-ratio betekent Lift to Drag-ratio, oftewel de verhouding tussen lift en drag, de twee hoofdkrachten die op een vlieger werken. Wanneer de L/D hoog is, heeft de kite weinig weerstand (drag) en zal hij snel vliegen en goed upwind komen. Bij sprongen zal je vooral omhoog gaan en niet zover met de wind mee. Kites met een lage L/D zullen wat trager zijn, komen minder ver upwind en sprongen zijn meer horizontaal. De AoA is de belangrijkste bepaler van de L/D: hoge AoA betekent lage L/D en omgekeerd.
Leading Edge: De grote tube aan de voorkant van de kite.
Leash: Zorgt ervoor dat je je kite of board niet verliest. Het gebruik van een boardleash kan gevaarlijk zijn voor jezelf. Het ontbreken van een kiteleash kan gevaarlijk zijn voor anderen.
Locals: kitesurfers die veel op één bepaalde “spot” zijn te vinden. Locals kennen hun “spot” als geen ander en weten waar je rekening mee moet houden om veilig op de betreffende locatie te kunnen kitesurfen zie ook SPOT
Lowend: minimale wind waarin je nog kan varen met een kite of board, verschilt per kite/board
Mutant: Kiteboard dat tussen een Twintip en directional inzit. Worden gebruikt bij het wavekiten en de old-school tricks. Hebben een duidelijke voor en achterkant maar kunnen wel voor en achteruit worden gevaren. Het aantal vinnen kan verschillen.
Neopreen: een synthetisch rubber , ontwikkeld in 1931. Wordt als basisstof gebruikt voor het maken van warmte-isolerende kleding voor de watersport. (zie ook wetsuit )
N.K.V. De Nederlandse Kitesurf Vereniging: Een vereniging die zich bezig houdt met het behartigen van de belangen van de kitesurfers in Nederland. (
www.kitesurfvereniging.nl ) Zonder deze vereniging was het kitesurfen op de meeste binnenwater locaties/spots niet toegestaan. Tevens verzorgt de NKV diverse activiteiten op het gebied van wedstrijden enz. Leden van deze vereniging zijn automatisch verzekerd voor hun wettelijke aansprakelijkheid tijdens het beoefenen van hun sport.
Outline: De vorm (omtrek) van een board
Overpowerd: Te grote kite voor de wind.
Pigtails: Touwtjes met een knoopje of een lusje aan je kite, waar je je lijnen aan vast maakt.
Pulley: Een katrolletje wat wordt gebruikt bij een SLE/BOW kite. Deze kunnen zowel bij de bar zitten of aan de kite. De pulley zorgt ervoor dat het sublime omslag punt wordt gebruikt om de kite zo stabiel mogelijk te houden.
Rocker: Kromming in het board lopend van tip tot tip. Is nodig voor het bochtengedrag en heeft tevens effect op de mate waarin een board geschikt is voor chop/golven
Roll-Leash: Een boardleash die uitrolt als je eraan trekt, vergelijkbaar met een hondenriem.
Let op: "
Gevaarlijk! Gebruik, om het board te vangen, een integraalhelm in plaats van je hoofd. Of leer upwind bodydraggen, en je bespaart jezelf zware verwondingen."
SAFETY ( system): Op iedere moderne kite aanwezig. Door het activeren van dit systeem verliest de kite ( bijna) alle kracht. Leer de werking van het systeem van je kite voordat je het water op gaat
Sinussen: Het in een golfbeweging op en neer sturen van je vlieger om meer power te verkrijgen.
SLE: Supported leading edge (bridle)
SPOT: een locatie waar je kunt kitesurfen. Kitesurfen is niet overal toegestaan, en niet altijd. Zoek uit of de plek waar je wilt gaat kiten het toestaat.
Stallen: Het achteruit vliegen van de kite
Stuurboord: rechts
Trailing Edge: achterkant van de kite
Trapeze: Een hulpmiddel om je rug/heup heen met aan de voorzijde een haak waar je je vlieger kunt in haken. Komt in de smaken: Waist(heuptrapeze) en seat(zittrapeze)
Twintip: De meest gebruike vorm van kiteboards. Deze board hebben geen aparte voor en achterkant en kunnen hierdoor makkelijk 2 kanten op worden gevaren. Zijn het meest geschikt voor de moderne vorm van kiten. Maat varieëert van 110cm voor de kleintjes tot de 170cm voor de zware jongens en de dagen met minder wind. Zijn meestal uitgerust van 4 vinnen, maar er zijn ook Twintips met 2, 5, 6 of 8 vinnen
Underpowerd: Te kleine kite voor de wind.
Unhooked/uitgehaakt: Varen zonder dat dat je chickenloop aan je trapeze zit.
upwind (passeren): Jij vaart t.o.v. de windrichting het meeste in de richting van wind : houd je vlieger hoog
Upwind: tegen de wind in
Voorrangsregel: Vaar je met je rechterhand/been voor, dan behoor je voorrang te krijgen van je tegenligger. Vaar je met je linkerhand voor moet je voorrangverlenen (ff downwind gaan) voor je tegenligger.
Vinnen: Elk kiteboard heeft vinnen, de twintips hebben er 4. De directional board's hebben er meestal 3 (thruster set-up heet dat toch) of 2 aan de "achterkant" van het board. Deze zijn er in verschillende maten, hoe groter de vin hoe "vaster" het boar dop het water ligt en hoe makkelijker het is om hoogte te lopen met weinig wind. Hoe kleiner de vin is hoe "losser" het board op het water ligt maar het is wat minder makkelijk hoogte lopen met minder wind. Bij directionals zijn de vinnen groter en hebben meer een haaievinnenvorm. De vinnen bij directionals zijn groter omdat je bij directionals meer op je vinnen hoogte loopt dan bij twintips, deze loop je meer op de rail hoogte.
Symetrische vinnen: Deze vinnen zijn aan beide kanten gelijk. ( dit kan mischien nog verder uitgelegd worden? Weet er niet meer over te vertellen)
A-symetrische vinnen: Deze vinnen verschillen van de linker en rechterkant. Één zijde is vlak en de andere kant heeft een bolling zodat er een soort vleugelvorm is. De bolle kant doe je aan de kant van de rail, deze vinnen zorgen ervoor dat je rail als het ware in het water trekt door de "lift die veroorzaakt word door het vleugelprofiel.
Wetsuit: in 1953 ontwikkelde Hugh Bradner de eerste wetsuit. Kleding voor de watersporter. Zoals de naam al zegt "nat pak". Een nauwsluitend pak van neopreen waarin na een eerste watercontact een dun laagje water achterblijft. Dit dunne laagje water neemt de lichaamstemperatuur aan en werkt vervolgens als een isolerende laag. Hierdoor kun je ook met lagere temperaturen het water op/in. De moderne wetsuits laten zo weinig water door dat ze ook wel steamers worden genoemd. Bij de productie wordt gebruik gemaakt van verschillende dikte's. Op de minder beweegbare lichaamsdelen dik(ker) materiaal ( 6 of 5 mm) en de rest wat dunner = soepeler. Dikte's worden aangeduid met bijv 5/3 , 6/5/3 enz. Het is zeer belangrijk dat een wetsuit/steamer strak past zonder de boel af te knellen. Een te groot pak houdt geen water vast en is al snel koud.
wetsuit/steamer wordt gemaakt van neopreen met aan de binnenkant een laagje stof ( wat het water vast houdt) dit noemt men single-lined. Neopreen is erg kwetsbaar ( stenen/schelpen enz.) Soms hebben pakken aan de buitenkant voor extra bescherming ook een dun laagje stof ( double-lined) Double-lined pakken zijn minder kwetsbaar maar ( door de windchill-factor) bij echt koud weer ook een stuk kouder.
(zie ook windchill )
Windchill: (lichaams)warmte wordt afgestaan aan een koudere omgeving. Bij contact met wind kom je met "een grote hoeveelheid" koude omgeving in aanraking. De afkoeling gaat dan dusdanig snel dat je de omgevingstemperatuur als "veel kouder ervaart". De windchill heeft geen effekt vwb de min. temperatuur op "niet levende zaken" zoals waterleidingen / radiator van de auto enz. Wel is het zo dat deze zaken sneller afkoelen.
Double-lined wetsuits/steamers houden aan de buitenkant ook een dun laagje water vast ( dit in tegenstelling tot single-lined pakken waar het water vanaf loopt) Door de windchill ervaar je je omgeving als veel kouder en je koelt ook veel sneller af. Een vaak onderschat gevaar voor de watersporter! In bijgaande tabel zie je de uitwerking van de windchill op je "gevoelswaarde"van de temp.
Windrange: Het windbereik van een kite, de minimale en maximale wind waar je er mee kan varen(zie ook high-end en low-end.
Windvenster: Een denkbeeldige afbeelding van een kwart van een driedimensionale cirkel, waarbij de bovenste boog is ingedeeld als een klok
Plaatjes om het duidelijk te maken:
Termen die betrekking hebben tot de kite zelf:
Deze lijst werd mogelijk gemaakt door:
Emiel
Idefixe (Héél veel, waarvoor dank!)
Rikdekker
Jolien.
Okikoki
Gwensio
TtHoM@s
El Rudo
Frank77
Nicky Zeerhardingelogd
Azzkick-r
Hessel
Morresxxedguyxx
jaapd
Joy FS Speed PS: eens in de zoveel tijd zal ik het alfabetiseren
Edit door Lex! op 22-03-2008, 20:03: Heb weer wat begrippen toegevoegd en gealfabetiseerd.